Romanishin is een grootmeester geboren in 1952 in de Oekraïene. Een sterke schaker, Europees kampioen bij de junioren, gedeeld tweede met Boris Gulko, Mikahail Tal en Ravael Vaganian achter Tigran Petrosian in een kampioenschap van de USSR. Om maar eens wat te noemen.
Er zijn echter heel wat grootmeesters, ruim 420 en op het moment dat ik dit schrijf lopen er vast wel een paar kleine ventjes rond die binnen de kortste keren hun meestertitel hebben op weg naar nog meer grootmeesters. Jonge schakers, die voorbeelden hebben, zoals deze: Alireza Firouzja. Iraans kampioen op z’n 12e en grootmeester op veertienjarige leeftijd. Zie hoe hij op spectaculaire wijze in zijn rapid partij Magnus Carlsen midden op het bord mat zet.
Alireza Firouzja – Magnus Carlsen
Aim Chess US Rapid 2021 4e ronde
1.e4, d5 2.exd5, Dxd5 3.Pc3, Da5 4.d4, Pf6 5.Pf3, Lf5 6.Pe5, c6 7.Lc4, e6 8.g4, Lg6 9.h4, pbd7 10.Pxd7, Pxd7 11.h5, Le4 12.0-0, Le5 13.Pxd5, cxd5 14.Ld3, Ld6 15.Df3, 0-0-0 16.Le3, g6 17.h6, Thf8 18.a3,f5 19.c4, e5 20.b4, Dc7 21.c5, Le7 22.Lb5, e4 23.Dh3, f4 24.Ld2, Lg5 25.c6, Pf6 26.cxb7+, Dxb7 27.Tac1+, Kb8 28.Le6, De7 29.Tc5, e3 30.fxe3, fxe3 31.Le1, Pe4 32.Dh2+, Kc8
33.Ld7+, Kxd7 34.Tc7+, Ke6 35. De5 mat
Dus kunt u zich afvragen waarom over Romanishin schrijven? Het Essent Schaaktoernooi in Hoogeveen heeft hier aan bijgedragen. Een van de eerste keren dat Anneke en ik aan dit toernooi meededen liep na aankomst op station Hoogeveen Romanishin voor ons uit. Speciaal voor dit toernooi had ik een bepaalde variant bekeken die zijn naam draagt. Ik omschrijf deze variant niet nader……… Hoe dan ook hij liep daar, ook op weg naar het toernooi.
Voor dit artikeltje heb ik geprobeerd het aantal grootmeesters bij benadering te achterhalen, daarbij viel mij op ( iets wat ik eigenlijk al lang weet ) dat het aantal grootmeestertitels bij de vrouwen in vergelijking met de mannen extreem laag is. Ruim 420 tegenover nog geen 30. Dus mag de uitspraak van Jan Hein Donner: ‘Vrouwen kunnen niet schaken’ in dit stukje niet ontbreken. Hiermee laten we Romanishin voor wat hij is.
Vrouwenschaak of damesschaak, hoe je het noemen wil. Toch moet ik daar mee oppassen , omdat ik met een schaakster getrouwd ben en ook omdat die zelfde Donner zijn uitspraak persoonlijk tegenover Anneke wel weer een klein beetje relativeerde. In 1975 maakte Anneke deel uit van het Nederlandse schaakteam met o.a. Paul van der Sterren, Hans Ree en Jan Hein Donner, dat speelde tegen een sterk Engels team. Er werd gespeeld In Elvetham Hall in Hampshire Engeland om de Schelde Trofee.
Anneke speelde aan het damesbord. Omdat zij zich net niet plaatste voor het Nederlands kampioenschap voor de dames kwam zij in aanmerking. Het kampioenschap vond namelijk ook in die zelfde periode plaats. Tijdens dat weekend legde een toen heel aimabele Donner ons uit dat je zijn uitspraken met een flink aantal korrels zout moet nemen.
Er zijn getrouwde sterke schaakstellen, ik noem er een paar: Anish Giri en Sopiko Guramishvili, Erwin L’Ami en Alina, Paul van der Sterren en Hanneke van Pareren, Stefan Kuypers en Anne Haast.
Zomaar een greep, er zijn er meer. Bij bovenstaande koppels zijn alle mannen sterker. Maar ‘vrouwen kunnen niet schaken’……. gaat wel erg ver. Want vrouwen zijn zeker zo slim als mannen hebben vaak een beter geheugen en toch presteren ze over het algemeen op het schaak bord minder.
M.i. zit dat in de genen, moederinstinct. Mannen kunnen zich volledig op het schaken storten. Stel dat een van bovenstaande stellen samen een partij zit te analyseren. Plotseling is de vrouw minder geconcentreerd. Even later hoort ook de man gemeuter in de kinderkamer. Hij denkt: ‘kan dat kind niet even stil blijven’ , zij heeft net een interessante wending gevonden maar zij gaat naar de kinderkamer. Einde gezamelijke analyse. Moederinstinct, hormonen, ook Judith Polgar is hier een voorbeeld van. Lees ‘Wij zijn ons brein’ van neurobioloog Dick Swaab er maar op na. Tenslotte een uitzonderlijk partij van Anneke die dan wel weer een sterke schaker verslaat. Het kan verkeren
Nova College Toernooi 2005
Stefan Kuypers 2141 – Anneke Schol
1. e4, c6 2. d4, d5 3. exd5, cxd5 4. c3, Lf5 5. f4, Pf6 6. Pf3, Pc6 7. Ld3, Lxd3 8. Dxd3, e6 9. 0-0, Le7 10. Le3, 0-0 11. Pbd2, a6 12. Pe5, Tc8 13. h3, b5 14. a4, b4 15. Dxa6, Pa5 16. Dd3, bxc3 17. bxc3, Dc7 18. Tfc1, Tb8 19. c4, Pxc4 20. Pdxc4, dxc4 21. Dxc4, Dxc4 22. Txc4, Tb3 23. Ld2, Pe4 24. Le1, g5 25. Pd7, Td8 26. Pc5, Te3 27. fxg5, Lxg5 28. a5, Lf6 29. a6, Pxc5 30. Txc5, Txe1 31. Txe1, Lxd4+ 32. Kf1, Lxc5 33. Tc1, Ld4 34. Td1, e5 35. Td2, Ta8 36. Ta2, Kg7 37. Ke2, f5 38. Kd3, Kf6 39. Kc4,Ke6 40. Kb5, Kd7. Wit geeft op, maar had dat al veel eerder kunnen doen.
Als we naar de genen kijken zal het mannenbolwerk wel overeind blijven ondanks aanstormende jonge schaaksters: Machteld van Foreest, Eline Roebers, Anne Haast. Vooral Eline is enorm gemotiveerd en een groot talent. Zij heeft al een aantal mannelijke grootmeesters verslagen. Misschien wel aardig ter afsluiting in dit verband Vera Menchik te noemen. Een in 1906 in Rusland geboren schaakster. De eerste wereldkampioen bij de vrouwen, maar ze speelde ook in sterk bezette mannentoernooien. Daarin heeft ze o.a. 2 keer van Max Euwe gewonnen. Hij trad toe tot de ‘Vera Menchik club’, iets wat iedere mannelijke schaker boven het hoofd hing met haar als tegenstandster.
Tot 1944. In dat jaar overleed zij in Londen t.g.v. een V1 aanval.
Jan Schol